Men zegt vaker dat je gaat lijken op de personen waar je het meeste mee omgaat, echter gaat dit tegenwoordig nog een stapje verder. Zo zou zoenen namelijk een grote invloed kunen hebben over hoeveel kans je op depressie hebt en hoe bezorgd je bent. Een recente studie onder pasgetrouwde stellen wijst uit dat deze bacteriën via zoenen mogelijk bijdragen aan de overdracht van mentale klachten zoals depressie en angst. Wat begon als een onderzoek naar relatiegezondheid, bracht onverwachte inzichten in hoe nauw het lichaam en de geest van partners met elkaar verweven zijn.
Het orale microbioom als verborgen drager van mentale klachten
Onderzoekers volgden 268 pasgetrouwde koppels gedurende zes maanden. Daarbij keken ze niet alleen naar hun mentale gesteldheid, maar ook naar biologische markers zoals cortisolniveaus en de samenstelling van hun mondflora. De opvallendste bevinding: partners van mensen met mentale gezondheidsklachten begonnen zelf soortgelijke symptomen te ontwikkelen, ook al hadden ze bij het begin geen klachten.
Bij verdere analyse bleken deze veranderingen gepaard te gaan met een verschuiving in het orale microbioom. De bacteriën in de mond van de ‘gezonde’ partner gingen meer lijken op die van hun partner met psychische klachten. Tegelijkertijd steeg ook het stresshormoon cortisol bij deze personen, wat duidt op verhoogde stressniveaus en mogelijk beginnende mentale belasting.
Hoewel het verband tussen bacteriën en mentale gezondheid al langer onderwerp van onderzoek is, richtten eerdere studies zich vooral op de darmflora. Deze studie suggereert dat ook de mondbacteriën een rol spelen in de overdracht van mentale belasting binnen relaties.
Zoenen als onverwachte route voor stress en Depressie
Dat zoenen meer uitwisselt dan liefde en speeksel, is op zich niet nieuw. Maar dat het een rol kan spelen in de verspreiding van mentale klachten binnen een relatie, opent een heel nieuw veld van onderzoek. De auteurs benadrukken dat dit geen reden is om intimiteit te vermijden, maar dat het inzichten biedt in hoe partners elkaars gezondheid beïnvloeden—fysiek én mentaal.
Deze bevindingen roepen ook vragen op over preventieve zorg: als het microbioom beïnvloedbaar is, zou het dan mogelijk zijn om mentale klachten deels te voorkomen of te behandelen door gerichte interventies in de mondflora? Denk aan probiotica, betere mondhygiëne of zelfs gepersonaliseerde behandelingen op basis van het bacterieel profiel. Hoewel vervolgonderzoek nodig is, maken deze resultaten één ding duidelijk: de wisselwerking tussen partners gaat dieper dan gedrag en emoties.
